Literatuur

- Bruijn, M.W.J. de, Husinghe ende hofstede. Een institutioneel-geografische studie van de rechtspraak over onroerend goed in de stad Utrecht in de middeleeuwen. Deel in de serie 'Stichtse Historische Reeks', nr 18. Utrecht (Spectrum), 1994. [464 blz. ISBN 90.274.4444.7]. Hierin "Vismarkt 7-12 (Wuwer, Wuwer)": blz. 97-98 (De noordelijke burchtgracht moet bij de Vismarkt uitgekomen zijn bij de knik in de rooilijn. "Dat hier de noordelijk burchtgracht in de westelijke moet zijn uitgekomen wordt in de eerste plaats ondersteund door het opmerkelijke feit, dat daar, net als bij haar zuidelijke tegenhanger^{(noot 109)}, het toponiem Wuwer, hier ook Wiwer genoemd, aangetroffen wordt. Het is zeker denkbaar dat zich in dit deel van de stad, in de nabijheid van de Vismarkt, een dergelijke leefvijver voor vis heeft bevonden. Hiervóór kan een deel van de - buiten gebruik geraakte - burchtgracht gebruikt zijn." De noordgrens van de Wiwer liep midden door huis De Hond (Vismarkt 6/7): de rechter helft (Vismarkt 7) behoorde er wel toe, de linker (Vismarkt 6) niet. De zuidgrens was de poortweg rechts van Vismarkt 11 [de Domherensteeg, waarin o.a. Vismarkt 12 lag - jp0515]. De Wiwer viel onder het rechtsgebied van de burggraaf), 101, 162-163 (betreft het huis van Peter Foeyt, die op 16-7-1388 erkende "dat het venster in zijn achtermuur hem door de deken van Oudmunster slechts uit gunst verleend was en dat hij daar geen recht op kon doen gelden.^{(noot 497)}" Het bedoelde huiserf van Peter Foeyt is te situeren tussen (of achter) het tegenwoordige Vismarkt 8 en 11. "Uit dit laatste blijkt dat het perceel van de deken zich al in de veertiende eeuw uitstrekte over de Sint-Maartenssloot, het restant van de middeleeuwse burchtgracht heen.^{(noot 499)}")